OmniVerde heeft in opdracht van Waterschap Limburg diverse opdrachten uitgevoerd in het kader van verdrogingsmaatregelen in natuurgebied Broekhuizerbroek. Dit natuurgebied in de buurt van Swolgen kenmerkt zich met vochtige graslanden, moerassen, uitgeveende plassen en broekbossen. Het gebied is rijk aan bijzondere flora en fauna die afhankelijk zijn van kwelstroom. Belangrijkste oorzaken van de verdroging zijn de drinkwateronttrekkingen en de verbetering van de ontwatering en afwatering ten behoeve van de landbouw. Daarnaast spelen de droogtes van de afgelopen jaren ook een rol van betekenis. Om te voorkomen dat de bijzondere flora en fauna verdwijnt worden maatregelen getroffen om de verdroging tegen te gaan.

De werkzaamheden bestaan hoofdzakelijk uit het tegengaan van de instroom van gebiedsvreemd landbouwwater in het Broekhuizerbroek om zo de waterkwaliteit en ecologie in het natuurgebied te verbeteren. De Langevense Loop wordt gedempt zodat al het water wordt omgeleid via de Boabelse Loop. Laatstgenoemde beek wordt heringericht zodat deze extra wateraanvoer kan verwerken. De herinrichting bestaat voornamelijk uit het verbreden en lokaal verdiepen van de waterloop en bijbehorende kunstwerken. Daarnaast wordt een nieuwe retentiegebied aangelegd en een huidig retentiegebied verdiept om meer water bij piekafvoeren op te kunnen vangen. Het reeds bestaande retentiegebied wordt ingericht als moeraszone. Vanwege de aanwezigheid van bever heeft OmniVerde in samenwerking met de zoogdiervereniging een inrichtingsplan opgesteld om het retentiegebied te optimaliseren voor de soort.

OmniVerde heeft een ecologische quickscan uitgevoerd om te bepalen of de maatregelen negatieve effecten hebben op beschermde natuurwaarden en landschapselementen. Op basis van deze quickscan bleek dat een tal van beschermde soorten hinder kunnen ondervinden van de maatregelen, en dus mogelijk verbodsbepalingen overtreden worden. Soorten als das, bever en heikikker zijn aangetroffen. Voortplantingswateren waar heikikker te verwachten is, zijn onderzocht m.b.v. eDNA-onderzoek. Daarnaast heeft aanvullend onderzoek plaatsgevonden naar o.a. levendbarende hagedis en vleermuizen (op basis van holtebomen).

Voor soorten als levendbarende hagedis, das en vleermuizen is het bestek op advies van OmniVerde gedeeltelijk aangepast en zijn mitigerende maatregelen opgesteld in een ecologisch werkprotocol om te voorkomen dat verbodsbepalingen overtreden worden. Voor de beschermde soorten bever en heikikker is het noodzakelijk om een ontheffing soorten aan te vragen bij het bevoegd gezag. OmniVerde heeft hiervoor alle benodigde documenten, zoals een activiteitenplan en ecologisch werkprotocol opgesteld.

Op basis van de ontheffing en het ecologisch werkprotocol zijn de werkzaamheden onder strikte ecologische begeleiding uitgevoerd.